Invoerbestand maken en uploaden

Wat is een FAN-invoerbestand?

Voor een analyse met FAN 2.0 worden bestanden geüpload op de website in platte tekst. Een FAN-invoerbestand heeft daardoor de extensie .txt. Een invoerbestand maakt u op uw eigen computer. Dit bestand kunt vervolgens uploaden op de website.

Het invoerbestand bestaat uit de volgende, verplichte onderdelen op aparte regels:

Regel 1. Nummer van drie getallen (bijv. een code) 

Regel 2. Naam van het kind

Regel 3. Leeftijd in jaren (0 t/m 9), dan ;, en in maanden (1 t/m 11)

Regel 4. Nummer woordpaar (géén sluithaak) en doelvorm van een woord (D)

Regel 5  Realisatievorm van een woord (R) en aantal voorkomens: (2 x) of (3 x). Een woord

Herhaal Regel 4 en 5 voor ieder woordpaar. Een woordpaar bestaat uit: de doelvorm  D:  (=transcriptie van de volwassen uitspraak) en de realisatievorm  R: (=transcriptie van de kind-uitspraak) van één woord uit het sample.

 

N.B. Door het gehele bestand kunnen tussen uitroeptekens geplaatste mededelingen worden toegevoegd. Op iedere regel moeten de uitroeptekens vóór en achter de mededeling staan, bijv. !heeft net een appel gegeten!, !tong zichtbaar tussen de tanden!

 

Basisopzet FAN-invoerbestand:

123

[naam]

[leeftijd, bijv. 2;8]

 

1          D:

R:

 

2          D:

R:

 

3          D:

R:

 

4          D:

R:

 

5          D:

R:

 

Dit voorbeeld kunt u copy-pasten naar een Word-bestand een uitbreiden tot het maximaal aantal woorden. Tevens vindt u op de website, onder Uitleg, twee voorbeeldbestanden: jeroen.txt en heleen.txt.

Hoe maak ik een FAN-invoerbestand?

Stap 1) Maak een bestand van 50-100 woorden aan in Word volgens het volgende format:

Stap 2) Kies Opslaan als en geef het bestand een naam, bijv. MarkBinv, of LeonieIn.

Stap 3) Kies bij Opslaan als: “tekst zonder opmaak”/”plain text”.

Stap 4) Kies in het Menu dat verschijnt: 

o   “andere codering”/”other encoding”  >  US –ASCII

o    vink aan: “tekens vervangen”/”allow character substitution”

Stap 5) Druk op OK.

U heeft nu een bestand opgeslagen met de extensie .txt, bijvoorbeeld MarkBinv.txt of LeonieIn.txt

 

Hoe kan ik een FAN-invoerbestand uploaden?

Stap 1) Log in op de FAN 2.0 website

Stap 2) Kies Bestanden uploaden, u wordt naar uw eigen computer geleid.

Stap 3) Kies Browse en ga naar uw .txt bestand.

Stap 4) Selecteer en open het bestand.

Stap 5) U wordt weer terug geleid naar FAN 2.0. Druk hier op Versturen.

Er verschijnt een overzicht met links naar het invoerbestand (en eventueel eerdere invoerfiles), naar de uitvoerfile en naar een logfile als de analyse niet gelukt is.

-          Analyse gelukt:

o   klik op ‘Bekijk Analyse’ in kolom Uitvoer;

o   FAN-uitvoer opent als webpagina 

o   Sla FAN-uitvoerfile op op uw eigen computer

 

-          Analyse niet gelukt:

o   Klik op *.log file in kolom Fouten/waarschuwingen voor de foutmelding.

o   Verbeter *.txt invoerfile op eigen computer.

o   Sla opnieuw op op eigen computer.

o   Ga naar de website en klik op ‘FAN-analyses’ in de menubalk.

o   Herhaal vanaf stap 2) het uploaden van de nieuwe invoerfile.

Gebruikte symbolen bij de FAN-invoer

Een FAN-invoerbestand bestaat uit ASCII-symbolen. Dit zijn alle symbolen op het toetsenbord.

In dit overzichtbestand staan de ASCII-symbolen voor de consonanten en vocalen met een beschrijving van hun fonetische kenmerken volgens IPA, het International Phonetic Alphabet.

In het bestand over diacritische symbolen staan de ASCII-symbolen voor de diacritische symbolen die, indien nodig, kunnen worden gebruikt om de uitspraak van een klank te specificeren op fonetisch niveau, bijv. wanneer een klank nasaal wordt uitgesproken krijgt het ASCII-symbool voor de klank een toevoeging met het diacritisch teken voor nasalisatie ‘~’: ‘a’ wordt genoteerd als ‘a;~’ (het diacritisch teken wordt altijd voorafgegaan door ‘;’).

In de tekst over notatieconventies staat beschreven welke symbolen gebruikt worden in de doelvormen en realisatievormen van een woordpaar voor de notatie van substituties, deleties en inserties van consonanten, vocalen en de consonantclusters, evenals van enkele fonologische processen.

In de uitleg van syllabificatieregels staan de regels en notaties beschreven voor het indelen van woorden in lettergrepen.

Hoe werkt het FAN-analyse programma?

Nadat een lijst van woordparen is geüpload start het programma de analyse bij het eerste woordpaar van de lijst. Het vergelijken geschiedt van links naar rechts door het woordpaar.

Ter verduidelijking wordt de analyse van het volgende woordpaar besproken. Het doelwoord ‘strepen’ wordt hier gerealiseerd als ‘pepe’ .

            voorbeeld invoer woordpaar

            1          D: 's  t  r            e - p            @

                        R:  '0 p 0 [ra:1] e - p [ra:1] @           (2 x)

 

Het meest linker element van de D-­vorm wordt het eerst onder­scheiden door het programma. In het voorbeeld is dat de /s/. Het programma constateert dat dit een consonant is. Alvorens te gaan vergelijken met het eerste element van de R-vorm wordt vooruitgekeken binnen de D-vorm naar het volgende element. Indien dit eveneens een conso­nant is concludeert het programma dat er een cluster moet worden vergeleken i.p.v. een consonant. Aangezien in initiale positie clusters van drie elementen in het Nederlands zijn toege­staan, kijkt het pro­gramma nogmaals vooruit om de grootte van het cluster te bepalen. In het voorbeeld start het pro­gramma de vergelijking wanneer het cluster /str/ is gesigna­leerd.

In de R-vorm vindt het programma als meest linker element de consonant /p/. Ook binnen de R-vorm wordt eerst vooruit geke­ken naar het volgende element van de realisatie. In het voor­beeld volgt geen consonant meer, maar de vocaal /e/. Het programma stopt met vooruit kijken en kan nu de eerste verge­lijking voltooien: het cluster /str/ is vervangen met de conso­nant /p/. De notatie conventie [ra:1] maakt het programma er op attent dat deze substitutie een gevolg is van regressie­ve assimilatie. Wanneer de vergelijking van de verschillende segmen­ten, clus­ters en kenmerken van het woordpaar voltooid is, noteert het programma het aantal correcte en incorrecte voor­komens per consonant, vocaal, consonant cluster en per kenmerk in een uitvoerfile.

Vervolgens vergelijkt het programma de klanken en kenmerken van het volgende woordpaar in de lijst. Nadat deze vergelijking voltooid is worden de correcte en incorrecte voorkomens per klank en kenmerk eveneens wegge­schreven naar de uitvoerfile en opgeteld bij de aantallen van het voorgaande woordpaar. Deze cyclus herhaalt zich per woordpaar tot het einde van de lijst bereikt is.

De uitvoerfile die door het programma is aange­maakt geeft uiteindelijk op segmentniveau en op kenmerkniveau een gedetailleerd overzicht van de hoeveelheid correcte en incorrecte realisaties van consonan­ten, vocalen en consonant clusters.